Skip to main content

Ontslag wegens fraude

U heeft een werknemer in dienst die fraude heeft gepleegd. Of bent u een werknemer die dit strafbare feit heeft begaan. Het plegen van een strafbaar feit kan grote gevolgen hebben voor de werknemer, namelijk ontslag op staande voet. Welke wet- en regelgeving is van toepassing op ontslag door een strafbaar feit? In dit artikel gaan we verder in op dit ontslag.

Ontslag op staande voet

In artikel 7:677 Burgerlijk Wetboek is ontslag wegens dringende redenen geregeld. Als dringende redenen worden daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, aangemerkt. Dit is geregeld in artikel 7:678 lid 1 Burgerlijk Wetboek.

Fraude

Op grond van lid 2 kunnen er dringende redenen aanwezig worden geacht bij onder andere verduistering en valsheid in geschrifte. Dit zijn twee vormen van fraude. Andere vormen van fraude zijn bijvoorbeeld witwassen, belastingfraude en faillissementsfraude.

Bovendien is het verstandig om bij verdenkingen van fraude een advocaat in te schakelen. Een advocaat is namelijk gespecialiseerd in fraude en heeft hier vaak veel ervaring mee.

Onderzoek

Een vermoeden van het plegen van fraude rechtvaardigt ontslag op staande voet niet. Ontslag op staande voet heeft grote gevolgen voor de medewerker. Zo heeft hij geen recht meer op loon en een uitkering. Daarnaast heeft de werknemer een grote kans op een strafblad.

Om te voorkomen dat een werknemer onterecht wordt ontslagen door fraude, dient dit goed te worden onderzocht. De werkgever stelt zelf een onderzoek in of laat dit door iemand anders doen. Het belangrijkste is dat er bewijzen boven tafel komen waaruit blijkt dat er sprake is van fraude.

Dit onderzoek mag niet lang blijven lopen. De werkgever heeft dus een korte termijn om bewijs te verzamelen. Het verzamelen van bewijs doet hij aan de hand van goed werkgeverschap. Dat betekent dat er geen inbreuk wordt gemaakt op privacy van de werknemer en er hoor en wederhoor plaatsvindt. Ook moet het onderzoek zorgvuldig plaats vinden. De werknemer is namelijk onschuldig tot het tegendeel bewezen is.

Vergoeding

De partij die de wederpartij door opzet of schuld een dringende reden tot ontslag heeft gegeven, kan een vergoeding moeten betalen. In artikel 7:677 lid 2 Burgerlijk Wetboek is dit bepaald.

Lid 3 van dit artikel bepaalt de hoogte van de vergoeding. In lid 3 zijn twee categorieën opgenomen. De eerste categorie gaat over een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd en een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd met tussentijdse opzegging. De tweede categorie ziet op een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd zonder tussentijdse opzegging.

Bij de eerste categorie is de vergoeding gelijk aan het bedrag van het vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. De vergoeding in de tweede categorie is gelijk aan het bedrag van het vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst geduurd zou hebben. Dit indien de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou zijn geëindigd.

Daarnaast kan een kantonrechter de vergoeding uit categorie twee ook nog matigen of verhogen. Dit moet wel billijk zijn en blijkt uit lid 5.

Bij verdere vragen over ontslag wegens fraude, kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen.

Forsyte Advocaten, specialist voor het MKB, is actief in de BeNeLux.