Huurbeding hypotheek
In hypotheekaktes staan regelmatig huurbedingen. Maar wat houdt dat voor u in? Huurbedingen staan beschreven in artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. Wij zullen u in dit artikel meer vertellen over de voorwaarden en uitzonderingen omtrent huurbedingen.
Voorwaarden huurbeding
Op grond van het bovengenoemde wetsartikel is een huurbeding een beding waarbij de hypotheekgever (eigenaar) in zijn bevoegdheid is beperkt. Zonder toestemming van de hypotheekhouder (bijvoorbeeld de bank) mag de eigenaar het pand niet verhuren. Een dergelijk voorbehoud is in het leven geroepen om de hypotheekhouder te beschermen tegen een waardedaling van het pand.
Een huurbeding met betrekking tot het huren van een woonruimte of bedrijfsruimte is alleen geldig, indien het niet in strijd is met dwingend recht omtrent de huur. Het huurbeding is daarnaast niet van kracht als er vóór het afsluiten van de hypotheek al een huurovereenkomst is overeengekomen.
Uitzonderingen huurbeding
Er zijn drie uitzonderingen waarbij het huurbeding niet op gaat. De eerste is dat de instandhouding van de huurovereenkomst in het belang is van de opbrengst van het pand bij de openbare verkoop.
De tweede uitzondering ziet ook op de instandhouding van de huurovereenkomst. Ook met de instandhouding zal er een voldoende opbrengst worden verkregen om alle hypotheekhouders die het beding hebben gemaakt te voldoen.
Er kunnen krachtens de huurovereenkomst geen personen gebruik maken van het bezwaarde goed op het moment van bekendmaking van de executoriale verkoop, zoals bedoeld in artikel 516 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Er moeten wel gegronde redenen zijn om aan te kunnen nemen dat er sprake is van een van bovengenoemde uitzonderingen.
Werking huurbeding
Stel; de eigenaar van het pand heeft het pand toch verhuurd zonder toestemming van de hypotheekhouder. Door bijvoorbeeld huurachterstand wil de hypotheekhouder overgaan tot executoriale verkoop van het pand. Dan roept de hypotheekhouder de vernietiging van de huurovereenkomst in. Bij woonruimtes zal de rechter toetsen of te verwachten is dat de restschuld nog kan worden voldaan met de opbrengst van het pand in verhuurde toestand. Indien de restschuld kan worden voldaan, zal de rechter de vernietiging van de huurovereenkomst afwijzen.
De eigenaar zal dus aan moeten tonen dat ook zonder de vernietiging van de huurovereenkomst, de hypotheekgever genoeg opbrengsten zal krijgen om de restschuld te voldoen.
Bij verdere vragen omtrent een huurbeding in hypotheekaktes, kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen.