Skip to main content

Planschade

Planschade ontstaat als uw huis of stuk grond minder waard wordt door een bestemmingsplan. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er een spoor naast uw huis wordt aangelegd. U kunt dan bij de gemeente schadevergoeding aanvragen middels een formulier. In dit artikel wordt ingegaan op de procedure van het aanvragen van schadevergoeding als gevolg van de waardevermindering.

Wettelijk kader

In artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening staat de planschade uitgewerkt. Lid 2 sub c beperkt zich tot planschade die wordt veroorzaakt door een verleende omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning moet zien op een activiteit uit artikel 2.1 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het gaat om de activiteiten die beschreven staan onder sub b, c, g en h.

Sub b ziet op het uitvoeren van een werk of werkzaamheden die bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald. In sub c gaat het over gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet.

Sub g betreft het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijksmonument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een rijksmonument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. Ten slotte ziet sub f op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald.

Voorwaarden planschade

Volgens artikel 6.3 Wet ruimtelijk ordening houden de burgemeesters en wethouders (B&W) rekening met de volgende twee vereisten, namelijk:

  • de voorzienbaarheid van de schade;
  • de mogelijkheden van de aanvrager om de schade te voorkomen of te beperken.

Bij de beslissing op de aanvraag voor schadevergoeding kijkt het college van B&W dus naar de voorzienbaarheid van de schade. Voorzienbaarheid van de schade betekent dat de aanvrager had kunnen weten dat de schade zou ontstaan ten tijde van de koop van het huis of de grond. Daarbij is het van belang dat de plannen door openbare bekendmaking voor de aanvrager bekend konden worden. Het is dus niet vereist dat de aanvrager van de plannen wist, maar dat de aanvrager er vanaf kon weten.

Ten tweede moet de aanvrager alle mogelijkheden tot het voorkomen of beperken van de schade gebruikt hebben. Denk bijvoorbeeld aan bezwaar maken tegen een verleende vergunning. Daarnaast mag de aanvrager geen schadevergoeding van welke soort dan ook hebben ontvangen.

Termijn indienen aanvraag

Op grond van artikel 6.1 lid 4 en lid 5 Wet ruimtelijke ordening moet een aanvraag tot de schadevergoeding binnen vijf jaar worden ingediend. De termijn begint te lopen vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden. Dit betekent dat de schadeveroorzakende activiteit voltooid is.

Betaling aanvraag

Bij het indienen van een aanvraag tot planschade heffen B&W een recht op grond van artikel 6.4 lid 1 Wet ruimtelijke ordening. Door de B&W wordt de indiener op de hoogte gebracht van dit recht. Het verschuldigde bedrag dient binnen vier weken na verzending van de mededeling aan de gemeente te worden betaald. Lid 2 van het hiervoor genoemde artikel wijst hierop.

De hoogte van het verschuldigde bedrag is in de wet bepaald, namelijk in artikel 6.4 lid 3 Wet ruimtelijke ordening. Dit kan echter wel per gemeente verschillen. Het bedrag varieert van €300 tot €500. Bovendien wordt het betaalde bedrag teruggestort, indien er een gedeeltelijke of gehele positieve beslissing op de aanvraag volgt. Als uw aanvraag gehonoreerd wordt, krijgt u dus het betaalde bedrag terug. Dit is wettelijk geregeld in artikel 6.4 lid 4 Wet ruimtelijke ordening.

Eigen bijdrage

De wet kent een eigen bijdrage als het gaat om een tegemoetkoming in schade. Artikel 6.2 Wet ruimtelijke ordening ziet hierop. In lid 1 staat dat de schade die binnen het normale maatschappelijke risico valt, voor rekening van de indiener komt. Het kan echter ook voorkomen dat de schade buiten dit risico valt. In dit geval is lid 2 van toepassing, waarin twee mogelijkheden staan. Bij inkomensderving zijn de kosten voor de indiener twee procent van het inkomen voor het ontstaan van de schade. Ten tweede bedragen de eigen kosten twee procent van de waarde van het onroerend goed voor het ontstaan van de schade.

Advies

De gemeente vraagt het planschadebureau om een advies te geven over uw aanvraag. U ontvangt een conceptadvies waar u inhoudelijk op mag reageren. Dit is een belangrijk onderdeel van de procedure. Het komt namelijk vaak voor dat de gemeente het advies helemaal overneemt om dit te gebruiken als motivering van het genomen besluit. 

Indienen formulier

Tijdens het indienen van het formulier dient u de beschrijving van de schadeposten goed te formuleren. Deze beschrijving is namelijk een belangrijk onderdeel van uw aanvraag. Aan de hand van de beschrijving wordt namelijk het bovengenoemde advies gegeven door het planschadebureau.

Beslissing op aanvraag

Er zijn drie situaties mogelijk bij de beslissing op uw aanvraag. Ten eerste volgt er een positieve beslissing op uw aanvraag, waardoor u schadevergoeding ontvangt. De tweede situatie betreft een gedeeltelijk positieve uitslag op uw aanvraag. U kunt bijvoorbeeld denken aan een schadevergoeding die lager uitvalt dan u had aangevraagd. Ten slotte kan het voorkomen dat er een negatieve beslissing volgt op uw aanvraag. Dat betekent dat uw aanvraag niet gehonoreerd wordt.

Indien u het niet eens bent met de genomen beslissing, kunt u bezwaar aantekenen tegen het besluit. Daarna heeft u ook nog de kans om in hoger beroep te gaan.

Bij verdere vragen omtrent planschade, kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen.

Forsyte Advocaten, specialist voor het MKB, is actief in de BeNeLux.