Auteursrecht
Het auteursrecht is, zo staat in artikel 1 van de Auteurswet: “het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.” Auteursrecht houdt in dat de maker van een werk mag beslissen wat er met dat werk gebeurd; een ander mag er niet zomaar met dat werk vandoor gaan.
Het auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht en ontstaat automatisch, daar zijn geen rechtshandelingen voor nodig. U kunt het auteursrecht wel vast laten leggen in een notariële akte of in een online depot. Hierdoor kunt u aantonen dat uw werk op een bepaalde datum is ontstaan. Het auteursrecht is erfelijk en wordt dus doorgegeven aan de erfgenamen indien het auteursrecht niet wordt verkocht.
Wat zijn 'werken'?
Onder de werken van letterkunde, wetenschap of kunst wordt volgens artikel 10 van de Auteurswet verstaan:
- boeken, brochures, nieuwsbladen, tijdschriften en andere geschriften;
- toneelwerken en dramatisch-muzikale werken;
- mondelinge voordrachten;
- choreografische werken en pantomimes;
- muziekwerken met of zonder woorden;
- teken-, schilder-, bouw- en beeldhouwwerken, lithografieën, graveer- en andere plaatwerken;
- aardrijkskundige kaarten;
- ontwerpen, schetsen en plastische werken, betrekkelijk tot de bouwkunde, de aardrijkskunde, de plaatsbeschrijving of andere wetenschappen;
- fotografische werken;
- filmwerken;
- werken van toegepaste kunst en tekeningen en modellen van nijverheid;
- computerprogramma’s en het voorbereidend materiaal.
In het algemeen is ieder voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst een werk in de zin van de Auteurswet.
Rechten
We spreken bij auteursrecht over twee rechten, namelijk exploitatierechten en persoonlijkheidsrechten. Er zijn twee soorten exploitatierechten te onderscheiden:
- Het recht om werken openbaar te maken.
- Het recht om werken te verveelvoudigen.
Het persoonlijkheidsrecht is een moreel recht. Het gaat om naamsvermelding en het wijzigen of aantasten van een werk.
Hieronder gaan we verder in op de exploitatierechten.
Openbaarmaking en verveelvoudiging
Het openbaar maken van een werk kan op vijf verschillende manieren. Deze vijf manieren zijn in artikel 12 van de Auteurswet vastgesteld. De vijf manieren zijn:
- De openbaarmaking van het verveelvoudigen van het hele of een gedeelte van het werk;
- De verbreiding van het hele of een gedeelte van het werk of het verveelvoudigen daarvan, zolang het nog niet in druk is verschenen;
- Het verhuren of uitlenen van het geheel of een gedeelte van een exemplaar van het werk met uitzondering van bouwwerken en werken van toegepaste kunst, of van een verveelvoudiging daarvan die door de rechthebbende of met zijn toestemming in het verkeer is gebracht;
- De voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar van het hele of een gedeelte van het werk of van het verveelvoudigen daarvan;
- Het uitzenden van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk door middel van een satelliet of een andere zender of een omroepnetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008.
Onder verveelvoudigen verstaan we onder andere het kopiëren van een werk. Het openbaar maken is het toegankelijk maken van het werk voor publiek. Dit is bijvoorbeeld het plaatsen van een foto op het internet.
Uitvoering en handhaving auteursrecht
Indien twee of meer personen een gemeenschappelijk auteursrecht hebben op hetzelfde werk, kan de handhaving door die personen plaatsvinden. Bij een gehele of gedeeltelijke overdracht van zijn auteursrecht blijft de maker bevoegd om een vordering in te stellen tot het verkrijgen van schadevergoeding tegen degene die inbreuk maakt op zijn auteursrecht.
Het auteursrecht geeft aan de gerechtigde de bevoegdheid om roerende zaken, die geen registergoederen zijn en die in strijd met dat recht zijn openbaar gemaakt of een niet geoorloofde verveelvoudiging vormen of die materialen of werktuigen zijn die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van deze zaken zijn gebruikt, als zijn eigendom op te eisen of onttrekking aan het verkeer, vernietiging of onbruikbaarmaking daarvan te vorderen. Teneinde tot vernietiging of onbruikbaarmaking over te gaan, kan de gerechtigde de afgifte van deze zaken vorderen. De persoon met het auteursrecht kan ook naar de rechter stappen indien er sprake is van een misdrijf uit artikel 31 tot en met 32a en 34 van de Auteurswet of een overtreding uit artikel 35 tot en met 35d van de Auteurswet. De straffen kunnen bestaan uit een gevangenisstraf en/of een geldboete.