Proeftijdbeding
In arbeidsovereenkomsten staan vaak proeftijdbedingen. Het proeftijdbeding is opgenomen in artikel 7:652 Burgerlijk Wetboek. In een proeftijd kan een werkgever bepalen of de werknemer de werkzaamheden goed oppakt en uitvoert. De werknemer kan in de proeftijd bepalen of de werkzaamheden goed bij hem passen. Volgens lid 2 moet een proeftijdbeding altijd schriftelijk worden overeengekomen. Gedurende de proeftijd kunnen beide partijen de arbeidsovereenkomst beëindigen. De beëindiging kan op grond van artikel 7:676 Burgerlijk Wetboek.
Termijnen proeftijd
Daarnaast kan een proeftijdbeding verschillende termijnen hebben. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd, is de proeftijd twee maanden. Ook bij een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd kan de proeftijd twee maanden zijn. Het moet dan wel gaan om een overeenkomst met een duur van minimaal twee jaren.
Echter, de proeftijd kan ook een maand duren. Dit is het geval als het gaat om een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd en is aangegaan voor minder dan twee jaren. Er kan geen proeftijd worden opgenomen, indien het gaat om een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd van korter dan zes maanden.
Ongeldige proeftijd
De hoofdregel is dat een proeftijd nooit langer mag zijn dan wettelijk is toegestaan. Dit wordt ook wel een ijzeren proeftijd genoemd. Het proeftijdbeding wordt nietig verklaard, indien de termijn te lang is.
Als er dus meer dan twee maanden zijn opgenomen, wordt het hele beding ongeldig. De proeftijd kan dan ook niet worden ingekort naar een of twee maanden. Dit wordt ook wel conversie genoemd.
Op grond van lid 8 is er een uitzondering op het bovengenoemde. In een collectieve arbeidsovereenkomst kan namelijk wel een langere proeftijd dan de wettelijke proeftijd worden opgenomen. De werkgever mag dan gebruik maken van de proeftijd uit de collectieve arbeidsovereenkomst. Het dus van belang om goed te kijken naar de collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op uw branche.
Aanvang proeftijd
De proeftijd begint te lopen vanaf de eerste werkdag die is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. Ook hier kan een uitzondering op zijn. Indien een werknemer eerder dan de overeengekomen dag al werkzaamheden verricht, begint de proeftijd al te lopen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de werknemer in zijn vakantie al een paar dagen komt werken.
Ontslag binnen proeftijd
De Hoge Raad heeft twee uitzonderingen aangewezen, waardoor ontslag tijdens de proeftijd niet kan plaatsvinden. Ten eerste kan het ontslag in strijd zijn met goed werkgeverschap. In een arrest (HR 10 november 2000, JAR 2000/ 249, Triple P/TAP) werd bepaald dat dit de werkgever zelfs schadeplichtig maakt.
Ten tweede mag het opzeggingsbevoegdheid niet worden misbruikt. In arrest Codfried/ISS was het ontslag berust op discriminatie. De discriminatie kon volgens de Hoge Raad aangemerkt worden als zodanig misbruik.
Heeft u verdere vragen over het proeftijdbeding? U kunt vrijblijvend contact met ons opnemen.