De Wet Vaste Huurcontracten zorgt ervoor dat huurcontracten voor woningen en bedrijfsruimtes standaard voor onbepaalde tijd zijn. Dit betekent dat tijdelijke huurcontracten, die eerder veel werden gebruikt, alleen nog in uitzonderlijke gevallen zijn toegestaan. Voor verhuurders biedt dit enerzijds meer stabiliteit omdat huurders langer in hun pand blijven, maar aan de andere kant verliezen verhuurders flexibiliteit om huurcontracten na een korte periode opnieuw te evalueren of te beëindigen.
Uitzonderingen op deze standaardregel zijn er echter voor specifieke groepen, zoals studenten, mensen in maatschappelijke opvang en gescheiden ouders. Deze groepen kunnen nog steeds een tijdelijk huurcontract krijgen. Ook blijven bestaande tijdelijke contracten die bijvoorbeeld op basis van de Leegstandwet zijn afgesloten, geldig tot de oorspronkelijke einddatum.
Voor verhuurders betekent dit dat zij in principe moeten overstappen op langdurige huurovereenkomsten. Dit biedt zekerheid van stabiele huurinkomsten, maar vermindert de mogelijkheden om na een korte huurperiode opnieuw over de voorwaarden van het huurcontract te onderhandelen of het contract te beëindigen, tenzij aan specifieke voorwaarden voor een tijdelijk contract wordt voldaan.