De aanleiding voor de invoering van de Wet Goed Verhuurderschap (WGV) komt voort uit de toenemende problemen op de Nederlandse huurmarkt. In veel steden en regio's zijn huurprijzen de laatste jaren flink gestegen, waardoor het voor veel huishoudens steeds moeilijker wordt om een betaalbare woning te vinden. Tegelijkertijd zijn de wachtlijsten voor sociale huurwoningen langer geworden, waardoor de druk op de particuliere huursector toeneemt. Deze situatie heeft geleid tot een groeiend aantal klachten van huurders over ondoorzichtige verhuurpraktijken.
Daarnaast waren er ernstige misstanden, zoals het onterecht vasthouden van borgsommen, discriminatie bij het selecteren van huurders, intimidatie en het niet goed onderhouden van woningen. Deze praktijken ondermijnen het vertrouwen van huurders in de huurmarkt en zorgen voor een onveilige en ongezonde woonomgeving.
De WGV is specifiek gericht op het waarborgen van eerlijke en transparante verhuurpraktijken. De wet biedt een wettelijk kader dat misstanden aanpakt door gemeenten in staat te stellen actief te handhaven en verhuurders te verplichten tot goed verhuurderschap. Dit houdt in dat verhuurders moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitsnormen en transparant moeten zijn over hun huurvoorwaarden.
Het doel van de wet is om de rechtspositie van huurders te versterken, oneerlijke praktijken tegen te gaan en meer zekerheid te bieden aan zowel huurders als verhuurders. Door de verantwoordelijkheden van verhuurders helder vast te leggen, wordt er een meer evenwichtige relatie tussen huurders en verhuurders bevorderd. Hierdoor kunnen huurders met meer vertrouwen hun rechten uitoefenen en wordt een stabiele en rechtvaardige huurmarkt nagestreefd.