Skip to main content

Schulduitsluitingsgronden

Er zijn twee soorten strafuitsluitingsgronden, namelijk rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. Dit artikel richt zich op de laatste categorie. De aanwezigheid van verwijtbaarheid vervalt door middel van een uitsluitingsgrond. Er zijn verschillende schulduitsluitingsgronden die in dit artikel worden uitgelegd.

Ontoerekeningsvatbaar

Deze schulduitsluitingsgrond staat in artikel 39 Wetboek van Strafrecht. Er zijn drie belangrijke vereisten voor het uitsluiten van schuld op grond van ontoerekeningsvatbaarheid.

Allereerst moet er sprake zijn van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Deze gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis moet op het moment dat het delict wordt gepleegd aanwezig zijn. Daarnaast moet er een causaal verband zijn tussen de stoornis en het delict. Ten slotte mag er geen reden zijn om de verdachte het gepleegde feit niet toe te rekenen.

Het Bijenkorf-arrest is een voorbeeld van een situatie waarin de verdachte ontoerekeningsvatbaar was en werd ontslagen van alle rechtsvervolging. Het ging hier om een moeder die haar anderhalf jaar oude dochter van de vierde verdieping in de Bijenkorf heeft gegooid. Vervolgens heeft ze zichzelf ook naar beneden laten vallen, met als gevolg zwaar letsel. Haar dochter overleed ter plekke. De moeder werd ontoerekeningsvatbaar verklaard, omdat zij op het moment van het delict leed aan een psychose. 

Psychische overmacht

Het is niet strafbaar om een feit te begaan als de verdachte door overmacht tot het feit is gedwongen. Dit is wettelijk geregeld in artikel 40 Wetboek van Strafrecht. Bij psychische overmacht is er sprake van een van buiten komende drang, waartegen verdachte redelijkerwijs geen weerstand kon en behoefde te bieden. Het gaat dan om een aantasting van de wilsvrijheid, waardoor de verdachte geen verwijt valt te maken.

In het Cocaïne-arrest werd het verweer van psychische overmacht verworpen. Het ging hier om een vrouw die cocaïne bolletjes had geslikt en meegenomen in haar koffer, om de cocaïne Nederland in te smokkelen. Men dreigde dat haar kind zou worden afgepakt en het huis van haar vriend in brand zou worden gestoken als zij de cocaïne niet mee naar Nederland zou nemen. Daarnaast is er ook een pistool tegen haar hoofd gezet. De verdachte verklaarde echter erg tegenstrijdig over de bedreigingen in de zaak. De psychische overmacht werd daardoor niet aannemelijk bevonden.

Noodweerexces

De schulduitsluitingsgrond noodweerexces staat in artikel 41 lid 2 Wetboek van Strafrecht. Voor noodweerexces moet er aan verschillende vereisten worden voldaan. Er gelden voor noodweerexces strengere regels dan bij noodweer.

Ten eerste moet het gaan om een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Dit betekent dat de aanranding in strijd moet zijn met de wet en op dat moment aan de gang moest zijn. Vervolgens moet het een aanranding van eigen of andermans lijf, eer of goed zijn. Het kan dus ook gaan om het verdedigen van iemand anders. Daarnaast moet de aanranding noodzakelijk zijn. Er mogen geen alternatieven mogelijk zijn geweest, waardoor de verdachte zich aan de aanval had kunnen onttrekken. Bovendien moet de gekozen verdediging geboden zijn. Het is daarbij van belang dat het doel en de gekozen verdediging in verhouding staan. Ten slotte moet er worden voldaan aan de dubbele causaliteitsvereiste. Het exces moet zijn veroorzaakt door een hevige gemoedsbeweging. Deze emotie wordt dan opgewekt door de aanranding.

Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel

De laatste schulduitsluitingsgrond in weggelegd in artikel 43 lid 2 Wetboek van Strafrecht.
Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft de strafbaarheid niet op, tenzij het door de verdachte te goeder trouw als bevoegd gegeven kan worden beschouwd. De nakoming van het bevel moet dan wel binnen de kring van zijn ondergeschiktheid liggen. Dit betekent dat er van de verdachte niet anders kon worden verwacht, dan dat hij het bevel op zou volgen.

Bij een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel kunt u denken aan iemand die zich voor doet als politieagent en het verkeer staat te regelen. U staat voor een rood stoplicht, maar de politieagent geeft u het bevel om door te rijden. Als gevolg van het rijden door een rood stoplicht, ontstaat een dodelijk ongeluk. Aangezien de politieagent niet echt een politieagent is, is het bevel onbevoegd. Hier kan dan ook met succes een beroep worden gedaan op een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.

Einduitspraak

Bij een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond kunnen er twee einduitspraken volgen, namelijk ontslag van alle rechtsvervolging of afwezigheid van alle schuld, oftewel vrijspraak. Indien de verwijtbaarheid een element is, volgt er ontslag van alle rechtsvervolging. Bij vrijspraak is de verwijtbaarheid dus een bestanddeel.

Bij verdere vragen omtrent een strafbaar feit, kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen.

Forsyte Advocaten, specialist voor het MKB, is actief in de BeNeLux.